Voorgeschiedenis
In het voorjaar van 1945 naderen de geallieerden het Duitse Rijk. De nationaalsocialisten proberen wanhopig alle sporen van hun gruweldaden uit te wissen. Te midden van deze chaos wordt in april 1945 het concentratiekamp Neuengamme ontruimd. De gevangenen worden op dodenmarsen gestuurd en de kampadministratie wordt verbrand. De persoonlijke bezittingen van de gevangenen die bij binnenkomst in beslag waren genomen, worden samen met voorraden levensmiddelen en 2.600 angorakonijnen uit het kamp weggevoerd en in woonplaatsen van de SS-bewakers opgeslagen.
Na de Duitse overgave wordt aangenomen dat de kisten met de bezittingen van de gevangenen zijn vernietigd. Een Belgische oud-gevangene en politiecommissaris betwijfelt dit en gaat op onderzoek uit. Uiteindelijk vindt hij in Lunden, de woonplaats van SS-Oberscharführer Franz Wulf, de houten kisten met circa 7.800 enveloppen met daarin de persoonlijke bezittingen. Deze worden door de Britse bezettingsmacht veiliggesteld en eind 1945 in het Duitse Husum geïnventariseerd.
In de jaren 50 wordt een groot deel van de bezittingen teruggegeven aan de rechtmatige eigenaren. Vanaf 1962 worden ongeveer 4.700 overgebleven enveloppen met bezittingen overgedragen aan Arolsen Archives, het grootste archief voor slachtoffers en overlevenden van de Tweede Wereldoorlog. De #StolenMemory-campagne in 2016 van Arolsen Archives markeert het begin van een hernieuwde zoektocht naar de rechtmatige eigenaren van ongeveer 2.500 enveloppen met bezittingen.
Door de toewijding van Arolsen Archives en met hulp van talloze vrijwilligers zijn vele bezittingen in de loop der jaren herenigd met de rechtmatige eigenaren, vaak familieleden van de slachtoffers. Deze emotionele reünie brengt niet alleen verloren voorwerpen terug, maar doet ook de herinneringen aan de slachtoffers herleven.
Gestolen herinneringen vertelt over de reis die de bezittingen samen met hun eigenaren hebben afgelegd en illustreert hoe betekenisvol het is om de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog te blijven herinneren.
Waarom dit boek?
In 2015 was het groot nieuws. Het International Tracing Service (nu Arolsen Archives), het grootste archief ter wereld over de Tweede Wereldoorlog, plaatste scans online van 2.800 persoonlijke bezittingen waarvan de eigenaar nooit was achterhaald. Portemonnees, foto’s, documenten en sieraden die de gevangenen werden afgenomen bij aankomst in het concentratiekamp Neuengamme. Arolsen Archives hoopte op die manier alsnog de eigenaar en zijn nabestaanden te vinden.
Door mijn ervaring met het zoeken van personen op internet besloot ik deel te nemen aan dit project. Tijdens mijn eerste contacten met de nazaten ontdekte ik de enorme waarde die de teruggave van deze bezittingen met zich meebracht.
Ongeveer 3.700 Nederlanders hebben de ontberingen in Neuengamme en haar buitenkampen niet overleefd. Waarom is hier zo weinig over bekend? En wie kent Arolsen Archives, het grootste oorlogsarchief ter wereld, met haar opmerkelijke projecten zoals #StolenMemory en #everynamecounts? Met dit boek wil ik bijdragen aan het vergroten van kennis over deze onderwerpen.
Voor wie is dit boek?
Dit boek is toegankelijk en rijk geïllustreerd, gericht op lezers met weinig tot geen kennis over de Tweede Wereldoorlog. Hierdoor is het ook geschikt voor jongeren. De indrukwekkende foto’s van de teruggegeven bezittingen, samen met de verhalen van de slachtoffers, maken het verhaal persoonlijk en zullen een breed publiek aanspreken.